Volg ons ook op Facebook voor filmpjes en allerhande foto’s. Nodig al je vrienden uit om de pagina’s te liken.
Volg ons ook op Facebook voor filmpjes en allerhande foto’s. Nodig al je vrienden uit om de pagina’s te liken.
22 September vond de 10e editie van de SDB Zorgmarathon plaats. De Zorgmarathon is een estafetteloop voor medewerkers en bestuurders uit de zorg. Het Raphaëlteam liep mee. En hoe! Meedoen is belangrijk, maar de prestaties mochten er dit jaar ook zijn. De totale ’team-tijd’ was ver boven het gemiddelde en één loper excelleerde met een 3e individuele tijd!
Gregory is gekozen als boegbeeld van de campagne ‘Beschut Werk’ van het Ministerie van SZW die in augustus van start is gegaan. Op de website van het ministerie is een filmpje te zien waarin hij zijn verhaal vertelt. Gregory was eerst deelnemer bij Iambe, maar sinds kort is hij bij de bakkerij in loondienst.> filmpje | poster | met Jetta Klijnsma op de foto
Remco Bakker, voorzitter Raad van Bestuur van de Raphaëlstichting, heeft met goed gevolg een accreditatietraject doorlopen bij NVZD, de vereniging van bestuurders in de zorg. In het traject wordt getoetst of bestuurders actief werken aan hun vakontwikkeling en beschikken over zelfreflectief vermogen. Voor meer informatie over het accreditatietraject, klik hier.
tekst: Pim Blomaard – bestuursadviseur Inhoudelijke Ontwikkeling Raphaëlstichting
“Ik beleef onze tijd – al heeft het soms de schijn tegen – als een kans om tot meer humanisering en spiritualisering van de zorgverlening te komen.”
Opeens zag ik overal geurstokjes op het toilet of in de gang verschijnen. Simpel en doeltreffend. Mooi vormgegeven producten die alle huizen veroveren. Er zit ook een gedachte achter: ‘turning everyday routines into moments of meaning’ (verander de dagelijks routines in betekenisvolle momenten); ‘celebrate the little things’ (vier de kleine dingen). Met oosterse inspiratie, in de sfeer van mindfulness en yoga, en met westerse vormgeving en marketing is in 17 jaar tijd een nieuwe keten ontstaan die The Body Shop (en Weleda) voorbijstreeft. Je kunt dus aansluiten bij de traditie en tegelijk de ‘tijdgeest’ raken en veel mensen bereiken: dat is goed om te weten!
De filosofie van Rituals is leerzaam; want aan dagelijkse momenten een betekenis geven is eigenlijk waar het ook in de zorg om gaat. En dat zit ook in de kleine dingen: een wekmoment, een wasmoment, een tafeldekmoment.
Rituelen
Hoe kunnen wij de Europese inspiratie die leeft in antroposofie en in de zorgethiek weer bij de tijd brengen en mensen raken? Een mooie poging doet de ethicus Carlo Leget, die de ‘innerlijke ruimte’ centraal stelt. Volgens hem gaat het om humor, lichamelijke verankering, gevoelsverdieping, deugden en stilte. Als je die meeneemt, kom je zo sterk bij en in jezelf, dat je voor de ander echt van betekenis kunt zijn.
Wat wij vanuit de Raphaëlstichting kunnen toevoegen is het gericht inzetten van rituelen. Aan rituelen zit een materieel, een sociaal en een spiritueel aspect; als die aspecten op het moment zelf goed samenvallen geven ze kracht aan het ritueel en betekenis aan het leven. De zintuigen worden aangesproken, er is gelijkwaardigheid onder de deelnemers en er is een bovenpersoonlijke inhoud. Zo ontstaat een innerlijke ruimte die energie aantrekt en energie geeft.
Soms worden rituelen sleets en vragen ze om vernieuwing. Hoe kun je zelf leren te ritualiseren? Omdat rituelen belangrijk zijn voor onze waarden ben ik bezig de factoren te vinden die in rituelen werkzaam zijn en zoek ik naar ervaringskennis om rituelen gerichter te kunnen actualiseren. Een spreuk voor de maaltijd bijv. is mooi, maar hoe wordt het spreken ervan ‘een moment van betekenis’?
Persoonlijke en gezamenlijke rituelen
Op het Rafaelhuis van Breidablick loopt sinds 2016 een onderzoek dat ik dit jaar heb overgenomen. Het gaat om het begeleiden van mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), die een breuk in hun biografie hebben ervaren waartoe zij een verhouding moeten vinden. Dit gaat vaak gepaard met boosheid en verdriet. Hoe ga je om met je identiteit als je jezelf niet meer kunt identificeren met wat je geweest bent; iets wat we allemaal een beetje meemaken als je in je leven een nieuwe stap zet.
In het Rafaelhuis ligt een groot accent op het begin van de dag. Het wakker worden en opstaan is voor iemand die al bijna gestorven was, een beproeving. Het is de kunst om van het opstaan een individueel ritueel te maken. Dat vraagt innerlijke ruimte van de begeleider die de ander met opgewekt gemoed weet uit te nodigen. Daarentegen is de warme maaltijd een gezamenlijk ritueel. De maaltijd vieren is een rituele handeling; zeg me hoe jullie eten, en ik zeg jullie hoe jullie zijn. In het Rafaelhuis is samen eten een uitgelezen kans om in gesprek te komen en sociaal te oefenen. En het is fantastisch als het na een aantal jaren gelukt is, om de borden op te scheppen vanuit de schalen die rustig op tafel staan (en niet op de kar ernaast).
Biografisch werken met ouderen
Mensen met een verstandelijke beperking maken als iedereen een verouderingsproces door. De veroudering zet bij hen vaak vroeger in. Over het algemeen bewegen ze te weinig, worden ze te weinig uitgedaagd, hebben ze te weinig sociale contacten en ontwikkelen soms ook een depressie. Het is van belang om op dit gebied allerlei vakkennis bij elkaar te brengen (multidisciplinair en integratief waarbij ook specialistische kennis vanuit de ouderenzorg nodig is).
Hoe kunnen we die laatste levensfase goed vormgeven? Is er vanuit de antroposofische visie iets te zeggen over de betekenis van de laatste fase? Een sprekend voorbeeld is de 70-jarige vrouw die opeens agressief gedrag ging vertonen en bij wie dit weer verdween nadat ze een boek over haar leven hadden gemaakt. Dat laat zien hoe belangrijk het is op je eigen leven terug te blikken en te ontdekken welke lijnen er waren en welke losse draad nog moet worden ingeweven. Inmiddels ben ik betrokken bij een startend initiatief van de zorgkoepel NVAZ om de specifieke ervaringen en gezichtspunten in antroposofische zorginstellingen op het gebied van ouderen met een verstandelijke beperking te gaan delen en succesvolle ervaringen uit te wisselen.
Stervensbegeleiding
Stervensbegeleiding is voor de collega’s van Rudolf Steiner Zorg dagelijks werk. Zij hebben daarin zoveel ervaring opgedaan dat het nu tijd wordt deze ervaringskennis te beschrijven en te delen. Over ouderdom en ouderenzorg heerst tegenwoordig een negatief beeld. Hoe krijgt de oude mens zijn waardigheid weer terug? De kunst van het leven is ook de kunst van het sterven. Die kunst is het spelen met twee krachten: vasthouden en loslaten. Daartoe behoort niet alleen het biografische gesprek, maar ook het driehoeksgesprek met de familie op het moment dat de zogeheten terminale fase begint. We zijn begonnen deze ervaringskennis op schrift te stellen om daardoor het eigen verhaal van RSZ beter te kunnen vertellen.
Ik wil met medewerkers een onderzoek starten naar de zogenaamde ‘heldere momenten’, juist bij mensen met dementie (ook in de gehandicaptenzorg). Mensen ontwaken in hun verschillende schakeringen van bewustzijn soms plotseling uit hun diepe verzonkenheid en zijn dan even heel sterk aanwezig. De reguliere wetenschap ontkent dit fenomeen, terwijl ik vermoed dat dit fenomeen wel degelijk bestaat en ook kan helpen de laatste fase betekenis te geven. Het kan namelijk betekenen dat mensen met dementie niet ‘hun geest verloren hebben’ en niet van de wereld zijn, maar innerlijk nog sterk bij onze binnenwereld betrokken zijn, al kunnen ze dat zelden uiten.
Op die manier zoeken we op Rudolf Steiner Zorg naar verbreding van de begeleidingsstijl en naar betekenis in de terminale fase. Dat vindt ook plaats met behulp van het project ‘positieve gezondheid’ waarin niet alleen op fysieke maar ook op psychische, mentale en spirituele behoeften wordt ingegaan.
Beelden uit de praktijk
Een mooie manier om onderzoek te doen is: goed kijken terwijl je erbij bent, ofwel participerende observatie. Deze methode wordt ingezet bij Beelden uit de Praktijk, een ontwikkelings-instrument dat nu ook voor teamreflexie kan worden gebruikt. Er zijn onlangs weer twee nieuwe waarnemers (observatoren) bij de Raphaëlstichting opgeleid. Het is voor hen en ook voor teams interessant om nuchter en neutraal waar te nemen wat er nu eigenlijk in de interactie gebeurt. Het vervangt niet de videoanalyse, maar is een afzonderlijk instrument, dat tot verrassende ontdekkingen leidt en medewerkers ook trots doet zijn.
Het waarnemen is een centrale vaardigheid in het vak; want door goed waar te nemen kun je beter aansluiten bij de ander. Doordat sommige collega’s zich op het observeren toeleggen en objectief opschrijven wat ze zien, wordt het waarnemen weer belangrijk gemaakt. Maar al te gauw kom je in je werk in patronen terecht die je vervolgens niet meer waarneemt. De opgave van het deskundigenteam waar ik in zit, is om het instrument Beelden uit de Praktijk goed te volgen: hoe werkt het en kan het beter? Hoe kunnen we het waarnemen verder verbeteren en hoe kunnen we de verslagen van de observaties nog beter gebruiken om ervan te leren? Dat doen we overigens in een landelijk samenwerkingsverband met het project Beelden van Kwaliteit, dat mede dankzij de Raphaëlstichting is ontstaan.
Beeldvormende bespreking
Een ander instrument dat gebaseerd is op waarneming is de beeldvormende bespreking. Dat is een gezamenlijke oefening in het bundelen van aandacht gericht op een cliënt. Het gaat erom deze mens in zijn volle breedte en diepte beter te leren kennen. Het is een oefening in observeren van de ander en in het waarnemen van je eigen reacties op de ander. En te ontdekken dat de ander geen ding is maar een beeld van iets dat zich nog wil tonen. Een dergelijke bespreking is in feite ook een ritueel.
Op een aantal instellingen van de Raphaëlstichting krijgt deze beeldvormende bespreking weer volle aandacht; andere willen het weer gaan oppakken. In de herfst wordt hierover een training georganiseerd.
Daarnaast ben ik betrokken bij een startend initiatief om aan deze cliëntbespreking een theoretische inbedding en een praktische context te geven. Op de website van de NVAZ is een recente publicatie over deze beeldvormende methode te downloaden, onder de titel ‘Aansluiten’.
Intuïtie en actieonderzoek
Naast de noodzaak om als mens van deze tijd algemene regels na te leven, is het belangrijk je intuïtie niet te verliezen. Want juist je intuïtie zegt: werp nu een blik in die hoek – en warempel daar moet iets gebeuren! Hoe kunnen we bij elkaar ook die intuïtieve vermogens versterken? Er wordt al op veel plekken gewerkt met stilte en met meditatieve oefeningen. Alleen durven we nog niet zo goed daarin het voortouw te nemen. Ook kun je plekken, ontmoetingen en problemen als kansen zien om er op een innerlijke manier ‘goede energie’ naar toe te leiden. Dit soort energie-werk gebeurt ook in de Raphaëlstichting; ik ben er een enkele keer bij betrokken geweest. Het is denk ik goed mogelijk om hier open over te spreken en af en toe te proberen onze (gezamenlijke) aandacht gericht te leren gebruiken.
Leren luisteren om bij de tijd te komen
Tot herbeleving van de bronnen komen is één, tot moderne manieren van leren te komen is twee. We zijn voor beide uitdagingen (spiritueel ontwaken en professioneel ontwikkelen) op elkaar aangewezen. We hebben eerlijke uitwisseling nodig waarin we luisteren zonder te oordelen, waarin we luisteren achter de woorden.
Ik beleef onze tijd – al heeft het soms de schijn tegen – als een kans om tot meer humanisering en spiritualisering van de zorgverlening te komen. Als we ons hoofd niet laten hangen, kunnen we onze oren open zetten; het voelt alsof helpende ‘energie’ dichtbij is. Sociaal en intuïtief ondernemen is aan de tijd; juist in deze beweging kunnen vele krachten gebundeld worden.
Zaterdag 24 juni Het woon- en werkgebouw van Zorgtuinderij Oosterheem is door de vakjury uitgeroepen als ‘mooiste gebouw van Langedijk’ en ontving daarvoor de AIA-Architectuurprijs 2017. Het gebouw is ontworpen door het architectenbureau Negen Graden Architectuur uit Amersfoort dat ook meerdere gebouwen van de Raphaëlstichting heeft ontworpen.
De prijs werden zaterdag onder leiding van Ed Diepenmaat van de AIA uitgereikt in museum BroekerVeiling. De verkiezing kwam voort uit een initiatief van het Architectuur Informatiecentrum Alkmaar (AIA), dat ter gelegenheid van de Dag van de Architectuur een tentoonstelling opzette van bijzondere hedendaagse architectuur in Langedijk. De expositie omvat de belangrijkste architectuurontwerpen die in de afgelopen twintig jaar in die gemeente zijn gebouwd.
Uit het rapport van de vakjury:
De jury heeft grote waardering voor de wijze waarop het complex is ingebed in de omgeving en voor de zorgvuldige wijze waarop de gebouwen met oog voor lokale geschiedenis zijn vormgeven. De volumes van het woonzorghuis en werkruimten aan de Dorpsstraat (9 graden architectuur) sluiten nauwkeurig aan bij de schaal van Langedijk. De werkgebouwen doen recht aan het ambachtelijke karakter van Langedijk en doen het verleden zelfs herleven. De materialisering met hout en keramische dakpannen versterkt de dorpse architectuur. De verschillende volumes, inclusief het ontworpen fietsenhok en houten bruggetje, vormen bij elkaar een aansprekend geheel dat een positieve bijdrage levert aan het dorpsgezicht van Langedijk.
“We moesten de bewoners eerder remmen dan aanmoedigen.”
Lonneke Legierse: “We vinden kunst heel belangrijk op de Novalishoeve. Er zijn meerdere projecten geweest waar kunstenaars met onze bewoners hebben gewerkt en we hebben ook veel exposities gehad.
Take Care was een grootschalig traject waar behalve Patrick en Elly vier andere kunstenaars aan deelnamen. Drie van hen wonen op Texel, drie in Groningen. Zij gingen in april en mei met al onze bewoners aan de slag gedurende één dagdeel per week.
Eind maart presenteerden de kunstenaars het ruwe idee voor het kunstwerk dat ze wilden gaan maken. Daar konden de bewoners op intekenen. De kunstenaars namen de tijd om de bewoners te leren kennen en vroegen hen ook om input. Zo werd het echt een samenwerking.
De kunstwerken die in de maand juni waren tentoongesteld, kregen als naam: ‘Round and colored’, ‘Zwaan’, ‘Uitkijktoren’, ‘Golf’ , ‘Bleu room, red space’ en ‘Oerd’.
De bewoners waren erg enthousiast over het project. Ze werden heel serieus genomen en dat is goed voor hun zelfvertrouwen. We moesten ze eerder remmen dan aanmoedigen. Bij de opening van de expositie waren ze supertrots!
De kunstenaars wisten in het begin niet wat ze konden verwachten. Onze doelgroep is ook moeilijk te duiden. Ze waren echt onder de indruk van de inzet en betrokkenheid. Het smaakte ze naar meer.”
Een paar kunstwerken zijn blijvend op de Novalishoeve te bewonderen.
Kijk ook op www.novalishoeve.nl
“Als je als cliënt iets kunt geven aan de ander, vervult je dat met trots.”
Doordat er op Rozemarijn positieve ervaringen waren opgedaan met jongeren van Ferm Rozemarijn die meehielpen in de zorg – zowel op het werkplaatsencentrum en het kinderdagcentrum – ontstond het plan om de begeleiding van deze jongeren meer handen en voeten te geven in het project: ‘Cliënt ondersteunt cliënt’.
In dit project staat de ontmoeting tussen cliënten onderling centraal. Concreet: jongeren van Ferm bieden ondersteuning bij de zorg van kinderen op het kinderdagcentrum. Nevendoel: ‘het bevorderen van de autonomie van de cliëntondersteuners door zinvol werk’.
De jobcoach traint de jongeren een aantal keren intensief ‘on the job’ en, nadat de begeleiding aan de groepsleiding is overgedragen, meer op afstand.
Wat houdt het werk als jobcoach in?
Kathy: “Mijn taak is invulling geven aan deze nieuwe functie. Ik werk de jongeren in bij nieuwe werkzaamheden, maak de doelen voor de zorg-ondersteunende cliënten en de zorg-ontvangende cliënten, en hou de evaluatiemomenten in de gaten. Daarbij kijk ik met de groepsleiding en de deelnemers naar de belasting (neemt iemand niet teveel hooi op de vork), eventuele uitbreiding van de werkzaamheden, wijziging in de taken, enz. Maar ook of de cliëntondersteuner, wezenlijk een bijdrage levert aan het welzijn van de cliëntontvangers, zonder dat dit teveel vraagt van de groepsleiding.
Na de zomervakantie organiseer ik een training voor de cliëntondersteuners. Een gemeenschappelijke factor bij de deelnemers is namelijk, dat ze gauw op veel vragen geneigd zijn ‘Ja’ te zeggen. Ook als het te hoog gegrepen, of teveel is … gewoon om het de ander naar de zin te maken.
In de training wil ik de deelnemers leren beter bij zichzelf te blijven en dat het goed is grenzen te kennen en aan te geven. Empowerment, het ontwikkelen van je eigen kracht, noemen we dat tegenwoordig. Daarnaast gaan we aan de slag met de vraag: ‘hoe maak je als cliëntondersteuner contact met één van de ernstig meervoudig beperkte kinderen’.
Het woord jobcoach impliceert het bemiddelen naar regulier werk. Maar in feite gaat het hier om een traject vóórdat de begeleiding naar werk plaats kan vinden. Een eerste stap naar zinvol werk dus.
Het project richt zich op jongeren die kinderen op het kinderdagcentrum ondersteunen, maar ik kan me ook voorstellen dat er op termijn vervolgstappen worden gezet naar ondersteuning op het drukkere werkplaatsencentrum Studio Rozemarijn, of naar werken in de tuingroep. En dat daar ook mensen vanuit de WMO in actief kunnen worden.
De doelgroep waar mijn bemiddeling zich op richt, is hoofdzakelijk jongeren met een psychiatrische achtergrond die floreren in de rust van het kinderdagcentrum en die baat hebben bij een prikkelarme omgeving. De ondersteuning kan bestaan uit het helpen bij de lunch, het geven van een voet- of handinwrijving, voorlezen en wandelen.”
Kun je een paar voorbeelden uit de praktijk geven?
“Jazeker. Saskia (niet haar echte naam) geeft onder andere handinwrijvingen aan de kinderen. Ze kan nogal eens ‘stuiterend’ binnen komen. Het is mooi om te zien hoe zij zelf rustig wordt als ze de inwrijving geeft en wat voor uitwerking het heeft op de kinderen! Prachtig om te zien hoe er contact ontstaat tussen haar en het kind dat de behandeling krijgt. Het vervult haar met trots dat ze echt iets kan geven aan de ander. Het geeft haar een gevoel van eigenwaarde, iets waar het deze jongeren soms aan ontbreekt.
Een ander voorbeeld: Nina (niet haar echte naam), een vrouw die zelfstandig woont en die via de ambulante begeleiding van Rozemarijn op dit project is gewezen, was in het begin heel schuchter. Na twee keer zag je haar met sprongen groeien in haar rol. Ze kreeg een bijzondere klik met één van de kinderen. Nina helpt nu met van alles (wandelen, afwassen, muziek maken, voorlezen) en bloeit op van het werk. Door veel tekst raakt ze gauw in de war, maar in het menselijk contact blijkt ze heel veel te kunnen geven en aan te voelen wat er nodig is.”
Hoe zie je het voor de toekomst, ná de duur van het project?
”Ik hoop dat het project door mij of door een ander, kan worden voortgezet. Ik denk dat daar behoefte aan is. En ik hoop dat het zich dan zal gaan uitbreiden naar locaties buiten het kinderdagcentrum.”
De Lozerhof is een zes verdiepingen tellend gebouw aan de rand van Den Haag. De Brug is gevestigd op de vijfde verdieping.
Het gaat om een tijdelijk onderdak in afwachting van de nieuwbouw. Volgens planning zal medio mei 2019 de nieuwbouw waar alle afdelingen van Rudolf Steiner Zorg in worden ondergebracht, gereed zijn.
Anouk (teamleider op De Brug): “Dit bleek de enige locatie in Den Haag waar plaats was voor alle bewoners. En dat was wat we graag wilden: een plek waar we (bewoners én medewerkers) bij elkaar zouden kunnen blijven. Het is een fijne locatie met veel voordelen. Het is veel lichter en oogt veel ruimer dan de Medemblikstraat waar we hiervoor zaten. En… we hebben een mooie tuin waar we in terecht kunnen, met kippen en een bewegingsparcours.
Groot voordeel is dat je op deze verdieping een rondje kan lopen. Dat geeft bewoners rust. Bij de Medemblikstraat was een einde aan de gang en dat gaf voor sommigen een opgesloten gevoel, en ook dat er een uitgang was waardoor je naar huis kon.
Nadeel is dat er hier niet op elke kamer een sanitaire voorziening is. Dat heeft in het begin ook wel tot verwarring geleid, zeker als je de gang over moet steken om er te komen. Nu begint men daar wel aan te wennen. Maar … dit nadeel weegt niet op tegen de voordelen.”
Anouk met bewoonster Roos
Interne opleiding
“We hadden de laatste tijd veel wisselingen in het vaste team, waardoor je afhankelijker wordt van ZZP-ers. Gelukkig zitten we nou in rustiger vaarwater en is er meer stabiliteit.
Omdat het in deze tijd niet makkelijk is goed gekwalificeerd personeel te vinden (en te behouden), starten we in september met een interne opleiding. Verzorgenden IG-ers worden via een verkort traject opgeleid tot SPW-ers en SPW-ers kunnen een diploma Verzorgende 3 IG behalen. Dat werkt aan twee kanten: je verhoogt de kwaliteit van je medewerkers én voor kandidaten die overwegen bij ons te solliciteren, is het een interessante optie.”
Roos komt erbij zitten. Roos woont al heel wat jaren op De Brug. Zij is blij met de nieuwe locatie. Vooral over de tuin is ze te spreken. Want daar rookt ze het liefst haar sigaretje. Over de verhuizing zegt ze: “Ik had me voorgenomen om het eerst aan te kijken voor er iets over te zeggen. En ja… het is meegevallen. Je hebt meer ruimte. En er is veel groen. Ik ga elke dag naar buiten, dus dat is erg fijn.”
“Laatst zag ik Pascal op het terras lekker babbelen met een paar mensen uit het dorp. Kijk.. dat wil je!”
De voormalige toegang tot Midgard was mooi. Maar … je zag alleen groen en – na een paar passen lopen – de achterkant van werkplaatsgebouwen. Hoe anders is het met de nieuwe ingang aan westkant van het terrein. De eerste indruk: ruimte! Een mooi pad omzoomd door perken met veldbloemen, een beeld en al snel zichtbaar: de karakteristieke gevel van de totaal gerenoveerde Koperen Koning. Waar je voorheen na enig zoeken de winkel kon ontwaren, stuit je nu op een groot terras en een gerenoveerde gebouw waar de winkel en het theehuis in zijn ondergebracht.
Wat een verbetering!
Loes (hoofd facilitaire dienst):
“De nieuwe Koperen Koning is een mooi voorbeeld van Open de Ruimte. We wilden meer in verbinding komen met onze buren en de regio om ons heen. Van daaruit ontstond het plan om de winkel te verbouwen tot winkel/theehuis en ook om de ingang te verplaatsen waardoor mensen zich veel meer uitgenodigd voelen om bij ons langs te komen.
Dankzij sponsorgeld, een megaveiling (waar we 6 á 7000 euro ophaalden!) en een bijdrage uit het Raphaëlfonds kon het project worden gefinancierd.
We zijn nu bezig om de Koperen Koning op de kaart te krijgen, onder andere met onze Midgard-arrangementen. Je kunt bij ons terecht voor high-tea’s, picknicks, rondleidingen, ‘eten-met-de-pot’ en kinderpartijtjes. Onlangs hadden we het eerste partijtje. Een week later belde een moeder van een kind daar aanwezig was. Zij wilde ook. Mond op mond reklame werkt toch het beste. Het zal nog wel even duren voordat het drukker gaat worden. Maar dat gaat heus gebeuren.
Bewoners vinden het geweldig. Laatst zag ik Pascal op het terras lekker babbelen met een paar mensen uit het dorp. Kijk… dat wil je! Het is ook fijn om met je ouders hier een ijsje te eten in plaats van op in de huiskamer van je woonhuis.”
Monique (werkplaatsleider)
Monique heeft ervaring in de gezondheidszorg én de Horeca. Zij werkte twintig jaar bij La Place in diverse functies en was daarna betrokken bij het opzetten van een zorginstelling voor ouderen. Ervaringen die haar goed van pas komen in haar nieuwe baan.
“Mijn vorige baan was gericht op ondersteuning van ouderen in de laatste fase van hun leven. Nu werk ik met jongeren met een verstandelijk beperking en heb ik de mogelijkheid om hen te coachen en vak te leren. En dat vind ik heel fijn om te doen. Ik spreek ze aan als volwaardige collega’s en waak ervoor om ze betuttelen. Daar ben ik niet zo van.
Ik was al bekend met Fermento in Alkmaar. De combinatie van winkel én lunchroom vond ik daar heel aantrekkelijk. En zo’n combi van winkel en Horeca heb je hier ook.
In het begin hebben we met het team – in samenspraak met de bewoners – de hele inrichting verzorgd. Van niets iets maken, dat vind ik heel mooi!
Het was een hele klus. Maar toen het af was, begon het ‘échte’ werk; de bewoners begeleiden in hun nieuwe taken. Een intensief proces waar ook begeleiders van de woongroep in werden betrokken.
Ik merk dat de winkelmedewerkers graag terugvallen op hun oude, vertrouwde werkzaamheden. Begrijpelijk natuurlijk. Gelukkig hebben we vrijwilligers die ons ondersteunen om hen te begeleiden naar nieuwe werkzaamheden, zoals het maken van een kwarktaart bijvoorbeeld. Maar als een bewoner de overstap echt niet wil of kan maken, dan kan hij of zij natuurlijk weer volledig in de winkel aan de slag.
Het vraagt heel wat om in de Horeca te werken. In die zin is het wel fijn dat het nog wat rustig is zodat we stapje voor stapje kunnen groeien.”
Ton (kok op Midgard, valt tijdelijk in op de Koperen Koning)
“De Koperen Koning heeft een hele mooie uistraling gekregen! Je kunt het wat dat betreft vergelijken met Kardeis op Scorlewald. Zoals je hier op aan komt lopen tussen de wilde bloemen … dat is natuurlijk prachtig!
Michael (bewoner van Lilia)
Michael werkt al heel wat jaren in de winkel. Door de uitbreiding met het theehuis heeft hij er hele andere taken bijgekregen. Toch blijft hij daar heel relaxt onder. “Het valt wel mee. Ik zet nu ook koffie en thee en bedien de gasten in het theehuis en op het terras, maar eigenlijk is er niet zoveel veranderd voor me. Ik was al gewend om met klanten te werken.”
Deze tekst met foto’s?, klik hier