tekst: Pim Blomaard – bestuursadviseur Inhoudelijke Ontwikkeling Raphaëlstichting
“Ik beleef onze tijd – al heeft het soms de schijn tegen – als een kans om tot meer humanisering en spiritualisering van de zorgverlening te komen.”
Opeens zag ik overal geurstokjes op het toilet of in de gang verschijnen. Simpel en doeltreffend. Mooi vormgegeven producten die alle huizen veroveren. Er zit ook een gedachte achter: ‘turning everyday routines into moments of meaning’ (verander de dagelijks routines in betekenisvolle momenten); ‘celebrate the little things’ (vier de kleine dingen). Met oosterse inspiratie, in de sfeer van mindfulness en yoga, en met westerse vormgeving en marketing is in 17 jaar tijd een nieuwe keten ontstaan die The Body Shop (en Weleda) voorbijstreeft. Je kunt dus aansluiten bij de traditie en tegelijk de ‘tijdgeest’ raken en veel mensen bereiken: dat is goed om te weten!
De filosofie van Rituals is leerzaam; want aan dagelijkse momenten een betekenis geven is eigenlijk waar het ook in de zorg om gaat. En dat zit ook in de kleine dingen: een wekmoment, een wasmoment, een tafeldekmoment.
Rituelen
Hoe kunnen wij de Europese inspiratie die leeft in antroposofie en in de zorgethiek weer bij de tijd brengen en mensen raken? Een mooie poging doet de ethicus Carlo Leget, die de ‘innerlijke ruimte’ centraal stelt. Volgens hem gaat het om humor, lichamelijke verankering, gevoelsverdieping, deugden en stilte. Als je die meeneemt, kom je zo sterk bij en in jezelf, dat je voor de ander echt van betekenis kunt zijn.
Wat wij vanuit de Raphaëlstichting kunnen toevoegen is het gericht inzetten van rituelen. Aan rituelen zit een materieel, een sociaal en een spiritueel aspect; als die aspecten op het moment zelf goed samenvallen geven ze kracht aan het ritueel en betekenis aan het leven. De zintuigen worden aangesproken, er is gelijkwaardigheid onder de deelnemers en er is een bovenpersoonlijke inhoud. Zo ontstaat een innerlijke ruimte die energie aantrekt en energie geeft.
Soms worden rituelen sleets en vragen ze om vernieuwing. Hoe kun je zelf leren te ritualiseren? Omdat rituelen belangrijk zijn voor onze waarden ben ik bezig de factoren te vinden die in rituelen werkzaam zijn en zoek ik naar ervaringskennis om rituelen gerichter te kunnen actualiseren. Een spreuk voor de maaltijd bijv. is mooi, maar hoe wordt het spreken ervan ‘een moment van betekenis’?
Persoonlijke en gezamenlijke rituelen
Op het Rafaelhuis van Breidablick loopt sinds 2016 een onderzoek dat ik dit jaar heb overgenomen. Het gaat om het begeleiden van mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), die een breuk in hun biografie hebben ervaren waartoe zij een verhouding moeten vinden. Dit gaat vaak gepaard met boosheid en verdriet. Hoe ga je om met je identiteit als je jezelf niet meer kunt identificeren met wat je geweest bent; iets wat we allemaal een beetje meemaken als je in je leven een nieuwe stap zet.
In het Rafaelhuis ligt een groot accent op het begin van de dag. Het wakker worden en opstaan is voor iemand die al bijna gestorven was, een beproeving. Het is de kunst om van het opstaan een individueel ritueel te maken. Dat vraagt innerlijke ruimte van de begeleider die de ander met opgewekt gemoed weet uit te nodigen. Daarentegen is de warme maaltijd een gezamenlijk ritueel. De maaltijd vieren is een rituele handeling; zeg me hoe jullie eten, en ik zeg jullie hoe jullie zijn. In het Rafaelhuis is samen eten een uitgelezen kans om in gesprek te komen en sociaal te oefenen. En het is fantastisch als het na een aantal jaren gelukt is, om de borden op te scheppen vanuit de schalen die rustig op tafel staan (en niet op de kar ernaast).
Biografisch werken met ouderen
Mensen met een verstandelijke beperking maken als iedereen een verouderingsproces door. De veroudering zet bij hen vaak vroeger in. Over het algemeen bewegen ze te weinig, worden ze te weinig uitgedaagd, hebben ze te weinig sociale contacten en ontwikkelen soms ook een depressie. Het is van belang om op dit gebied allerlei vakkennis bij elkaar te brengen (multidisciplinair en integratief waarbij ook specialistische kennis vanuit de ouderenzorg nodig is).
Hoe kunnen we die laatste levensfase goed vormgeven? Is er vanuit de antroposofische visie iets te zeggen over de betekenis van de laatste fase? Een sprekend voorbeeld is de 70-jarige vrouw die opeens agressief gedrag ging vertonen en bij wie dit weer verdween nadat ze een boek over haar leven hadden gemaakt. Dat laat zien hoe belangrijk het is op je eigen leven terug te blikken en te ontdekken welke lijnen er waren en welke losse draad nog moet worden ingeweven. Inmiddels ben ik betrokken bij een startend initiatief van de zorgkoepel NVAZ om de specifieke ervaringen en gezichtspunten in antroposofische zorginstellingen op het gebied van ouderen met een verstandelijke beperking te gaan delen en succesvolle ervaringen uit te wisselen.
Stervensbegeleiding
Stervensbegeleiding is voor de collega’s van Rudolf Steiner Zorg dagelijks werk. Zij hebben daarin zoveel ervaring opgedaan dat het nu tijd wordt deze ervaringskennis te beschrijven en te delen. Over ouderdom en ouderenzorg heerst tegenwoordig een negatief beeld. Hoe krijgt de oude mens zijn waardigheid weer terug? De kunst van het leven is ook de kunst van het sterven. Die kunst is het spelen met twee krachten: vasthouden en loslaten. Daartoe behoort niet alleen het biografische gesprek, maar ook het driehoeksgesprek met de familie op het moment dat de zogeheten terminale fase begint. We zijn begonnen deze ervaringskennis op schrift te stellen om daardoor het eigen verhaal van RSZ beter te kunnen vertellen.
Ik wil met medewerkers een onderzoek starten naar de zogenaamde ‘heldere momenten’, juist bij mensen met dementie (ook in de gehandicaptenzorg). Mensen ontwaken in hun verschillende schakeringen van bewustzijn soms plotseling uit hun diepe verzonkenheid en zijn dan even heel sterk aanwezig. De reguliere wetenschap ontkent dit fenomeen, terwijl ik vermoed dat dit fenomeen wel degelijk bestaat en ook kan helpen de laatste fase betekenis te geven. Het kan namelijk betekenen dat mensen met dementie niet ‘hun geest verloren hebben’ en niet van de wereld zijn, maar innerlijk nog sterk bij onze binnenwereld betrokken zijn, al kunnen ze dat zelden uiten.
Op die manier zoeken we op Rudolf Steiner Zorg naar verbreding van de begeleidingsstijl en naar betekenis in de terminale fase. Dat vindt ook plaats met behulp van het project ‘positieve gezondheid’ waarin niet alleen op fysieke maar ook op psychische, mentale en spirituele behoeften wordt ingegaan.
Beelden uit de praktijk
Een mooie manier om onderzoek te doen is: goed kijken terwijl je erbij bent, ofwel participerende observatie. Deze methode wordt ingezet bij Beelden uit de Praktijk, een ontwikkelings-instrument dat nu ook voor teamreflexie kan worden gebruikt. Er zijn onlangs weer twee nieuwe waarnemers (observatoren) bij de Raphaëlstichting opgeleid. Het is voor hen en ook voor teams interessant om nuchter en neutraal waar te nemen wat er nu eigenlijk in de interactie gebeurt. Het vervangt niet de videoanalyse, maar is een afzonderlijk instrument, dat tot verrassende ontdekkingen leidt en medewerkers ook trots doet zijn.
Het waarnemen is een centrale vaardigheid in het vak; want door goed waar te nemen kun je beter aansluiten bij de ander. Doordat sommige collega’s zich op het observeren toeleggen en objectief opschrijven wat ze zien, wordt het waarnemen weer belangrijk gemaakt. Maar al te gauw kom je in je werk in patronen terecht die je vervolgens niet meer waarneemt. De opgave van het deskundigenteam waar ik in zit, is om het instrument Beelden uit de Praktijk goed te volgen: hoe werkt het en kan het beter? Hoe kunnen we het waarnemen verder verbeteren en hoe kunnen we de verslagen van de observaties nog beter gebruiken om ervan te leren? Dat doen we overigens in een landelijk samenwerkingsverband met het project Beelden van Kwaliteit, dat mede dankzij de Raphaëlstichting is ontstaan.
Beeldvormende bespreking
Een ander instrument dat gebaseerd is op waarneming is de beeldvormende bespreking. Dat is een gezamenlijke oefening in het bundelen van aandacht gericht op een cliënt. Het gaat erom deze mens in zijn volle breedte en diepte beter te leren kennen. Het is een oefening in observeren van de ander en in het waarnemen van je eigen reacties op de ander. En te ontdekken dat de ander geen ding is maar een beeld van iets dat zich nog wil tonen. Een dergelijke bespreking is in feite ook een ritueel.
Op een aantal instellingen van de Raphaëlstichting krijgt deze beeldvormende bespreking weer volle aandacht; andere willen het weer gaan oppakken. In de herfst wordt hierover een training georganiseerd.
Daarnaast ben ik betrokken bij een startend initiatief om aan deze cliëntbespreking een theoretische inbedding en een praktische context te geven. Op de website van de NVAZ is een recente publicatie over deze beeldvormende methode te downloaden, onder de titel ‘Aansluiten’.
Intuïtie en actieonderzoek
Naast de noodzaak om als mens van deze tijd algemene regels na te leven, is het belangrijk je intuïtie niet te verliezen. Want juist je intuïtie zegt: werp nu een blik in die hoek – en warempel daar moet iets gebeuren! Hoe kunnen we bij elkaar ook die intuïtieve vermogens versterken? Er wordt al op veel plekken gewerkt met stilte en met meditatieve oefeningen. Alleen durven we nog niet zo goed daarin het voortouw te nemen. Ook kun je plekken, ontmoetingen en problemen als kansen zien om er op een innerlijke manier ‘goede energie’ naar toe te leiden. Dit soort energie-werk gebeurt ook in de Raphaëlstichting; ik ben er een enkele keer bij betrokken geweest. Het is denk ik goed mogelijk om hier open over te spreken en af en toe te proberen onze (gezamenlijke) aandacht gericht te leren gebruiken.
Leren luisteren om bij de tijd te komen
Tot herbeleving van de bronnen komen is één, tot moderne manieren van leren te komen is twee. We zijn voor beide uitdagingen (spiritueel ontwaken en professioneel ontwikkelen) op elkaar aangewezen. We hebben eerlijke uitwisseling nodig waarin we luisteren zonder te oordelen, waarin we luisteren achter de woorden.
Ik beleef onze tijd – al heeft het soms de schijn tegen – als een kans om tot meer humanisering en spiritualisering van de zorgverlening te komen. Als we ons hoofd niet laten hangen, kunnen we onze oren open zetten; het voelt alsof helpende ‘energie’ dichtbij is. Sociaal en intuïtief ondernemen is aan de tijd; juist in deze beweging kunnen vele krachten gebundeld worden.