Stakeholdersdag ‘Veerkrachtig onderweg’


 

‘Veerkrachtig onderweg’ was het thema van de Stakeholdersbijeenkomst van de Raphaëlstichting die op 17 april plaatsvond in Amsterdam. Stakeholders – of belanghebbenden – zijn personen of groepen die invloed hebben op een organisatie en/of er door worden beïnvloed. 

Er waren ruim 50 deelnemers op de uitnodiging ingegaan, afkomstig uit heel verschillende gelederen: bedrijven, het zorgkantoor, cliëntenraden, Raad van Bestuur, Raad van Toezicht, etc.

 

Na een welkom door Tanja Ineke, voorzitter Raad van Toezicht, lichtte dagvoorzitter Daphne Koolbergen het programma toe. Zij las ook een tekst voor over hoe ganzen in formatie vliegen (‘De les van de ganzen’); een mooie illustratie van hoe je veerkrachtig onderweg kunt zijn. De tekst is onderaan dit artikel weergegeven.

 

Het thema ‘Veerkrachtig onderweg’ werd vanuit vier verschillende lagen belicht, telkens ingeleid door een spreker: ‘Samenleven en overheid’, ‘De organisatie’, ‘De bewoner’ en ‘De medewerker’.
Hoe kun je op elk van die lagen veerkracht bevorderen?

Tussen de inleidingen door werd tijd ingeruimd om in groepjes-van-twee vragen te beantwoorden die op de inleiding betrekking hadden. 

 

(lees verder onder de foto)

 

Samenleven en overheid
‘Samenleven en overheid’ werd ingeleid door Joost Heerschop (coördinator Novalishoeve) en Sjef Staps (onderzoeker Louis Bolk instituut). Zij vertelden over een bijzondere wijk die gebouwd gaat worden op Texel en waar de Novalishoeve met tien woningen voor haar cliënten deel van uit gaat maken: Buurtskap De Tuunen. (klik hier voor een animatiefilmpje van de wijk)

 

Joost Heerschop benadrukte dat de ambitie om iedereen op een gelijkwaardige manier deel te laten nemen aan de maatschappij vraagt om een nieuwe manier van kijken naar gezondheid en samenleven. Hij laat zich daarbij inspireren door het begrip Positieve Gezondheid, ontwikkeld door Machteld Huber in samenwerking met het Louis Bolk Instituut.
Bij Positieve Gezondheid gaat het om het vermogen je aan te passen en eigen regie te voeren bij de lichamelijke, psychische en sociale uitdagingen van het leven. Essentieel hierbij is de relatie die iemand heeft tot zichzelf, tot de ander en tot de aarde.
De Tuunen gaat een plek zijn voor mensen die anders durven te wonen, een plek waarvan men de leefomgeving zelf kan inrichten, samen verantwoordelijk is voor het onderhoud ervan en waar buitenruimte en voorzieningen worden gedeeld; een uitgelezen kans om ervaringen op te doen met het implementeren en evalueren van het model voor Positieve Gezondheid en Leefomgeving.

 

Novalishoeve weet uit ervaring dat het goed verzorgen van de leefomgeving een helende en preventieve werking heeft op de gezondheid van ieder individu. Zij wilden dit ook graag wetenschappelijk onderbouwen en vroegen daarbij hulp van het Louis Bolk Instituut. Ook om aan te tonen dat er in zo’n ‘buurtskap-concept’ minder zorggeld nodig is.

Het Louis Bolk Instituut gaat drie metingen verrichten bij de bewoners van De Tuunen: als zij er nog maar pas wonen, na anderhalf jaar en na drie jaar. De hoofdvraag daarbij is: wat kan omgeving betekenen in relatie tot veerkracht?

 

Controle versus adaptatie
Sjef Staps van het Louis Bolk Instituut introduceerde in zijn inleiding de begrippen controlemodel en het adaptatiemodel. 

In het controlemodel is sprake van een sterke afhankelijkheid van externe factoren. In het adaptatiemodel worden natuurlijke processen ingezet om het systeem te versterken (in het voorbeeld van Buurtskap De Tuunen: de leefomgeving zelf).

De gangbare zorg hanteert het controlemodel: de ziekte staat centraal en er wordt veel gebruik gemaakt van medicatie. In een ‘veerkrachtige zorg’ staat de mens en de helende omgeving centraal; hier is sprake van het adaptatiemodel. Om een evenwicht te bereiken in het controlemodel is veel meer kracht nodig dan in het adaptatiemodel, zoals uit onderstaand schema blijkt.

 

(lees verder onder de afbeelding)

 

De omgeving
Piet van IJzerdoorn (BD boer Zonnehoeve in Zeewolde) hield een bevlogen betoog over het belang van het gezond maken en houden van onze aarde. Als jonge boer maakte hij mee dat steeds meer bestrijdingsmiddelen werden gebruikt om de gewassen vrij te houden van ziektes (een mooi voorbeeld van het bovenbeschreven controlemodel). En zag hij hoe daar aan verdiend werd… Alles om de uitgeputte grond nog enigszins aan de praat te houden. Dat opende zijn ogen voor de biologisch-dynamische landbouw waar het goed managen van aarde, plant en externe invoeden als zon, kosmos e.d. centraal staat. Een landbouw waar wordt uitgegaan van het zelfregulerend vermogen zoals beschreven in het adaptatiemodel.
“Een cultuur van nemen moet plaats maken voor een veerkrachtige cultuur van geven. Daar word je ook veel gelukkiger van!”, zo besloot hij.

 

De bewoner
Tanja Markies is lid van de Centrale Cliëntenraad Verwanten en moeder van een zoon die op Scorlewald woont. Zij toonde een filmpje dat door haar was gemaakt voor de Scorlewaldshop. Het filmpje laat zien met hoeveel aandacht en precisie er op de houtwerkplaats van Scorlewald wordt gewerkt aan een prachtige snijplank (klik hier om het filmpje te zien). Het laat veerkracht zien van de mensen die aan het product werken.
In een persoonlijk verhaal vertelde Tanja hoe het is om als moeder te leven met een kind met een beperking. En wat dat aan veerkracht vraagt. Hoe eigen ambities overboord gingen en het leven werd stilgelegd, terug naar een basaal bestaan. “Dankzij hem heb ik geleerd om me werkelijk te verbinden” En: “Veerkracht kun je alleen leren door je te verbinden.”

 

(lees verder onder de foto)

 

De medewerker
Isolde Jans – organisator van deze dag en voormalig medewerker van zorgboederij Dijkgatshoeve – vertelde over wat het voor veerkracht vergde om om te gaan met haar burnout.
Wat kun je als mens doen om een burnout te voorkomen; hoe kun je als werkgever en werknemer gezamenlijk de veerkracht verzorgen? Neem je wel eens de tijd om te kijken naar vragen waar je altijd ‘ja’ op zegt?
Zij wees op het belang om je als werknemer gehoord te weten. En ook om regelmatig een vrije ruimte te creëren om een gesprek te voeren over zaken die knellen.

Aandacht hebben en ruimte maken is sowieso belangrijk; bijvoorbeeld om elke dag even te reflecteren op wat er zich heeft voorgevallen.

 

Tot slot
Bestuurder Hester Buijs bedankte alle aanwezigen voor hun komst. Zij constateerde dat het een levendige bijeenkomst was, met name ook door de een-op-een gesprekjes naar aanleiding van de vragen. “Veerkracht was voelbaar, ook op deze plek in Amsterdam.” (–) “In deze middag is gebleken hoe belangrijk het is om verbinding vanuit het hart aan te gaan.”

 

Voordat de deelnemers uiteen gingen kreeg ieder 12 kaartjes mee met de oproep om het thema levend te houden en in gesprek te brengen. Op elk kaartje stond een vraag of gedachte over veerkracht.
Maar ieder die dit leest, kan er voor zichzelf ook mee aan de slag:

  • Hoe verzorg ik mijn eigen veerkracht?
  • Hoe merk ik dat mijn veerkracht afneemt?
  • Vandaag voer ik een (kort) gesprek met iemand over veerkracht.
  • Veerkracht is het vermogen van mensen en systemen om ondanks een tegenslag toch een positieve uitkomst te verkrijgen. Door gebruik van hulpbronnen, of door aanpassing van wat als een positieve uitkomst wordt gezien.
  • Wie zou mij kunnen helpen in deze vervelende situatie?
  • Kan ik in een negatieve situatie nog steeds de positieve elementen zien?
  • Wat kan ik vandaag doen om veerkracht te versterken? Voor mezelf, een ander, op mijn werk, een organisatie.
  • Wie is voor mij een voorbeeld in veerkracht? En waarom is dat zo?
  • Vandaag maak ik tijd om te spelen.
  • “Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te kunnen zien.” ~Franciscus van Assisi~
  • Hoe slaag jij erin om een nadeel om te buigen in een voordeel?
  • Wat zou mij kunnen helpen in deze vervelende situatie?

 

(lees verder onder de foto)

Isolde Jans bedankt de sprekers: vlnr: Tanja Markies, Joost Heerschop, Sjef Staps en Piet van IJzerdoorn

 

De les van de ganzen

Als je ganzen op weg naar het
zuiden ziet gaan voor de winter,
overvliegend in V-formatie,
zou je eraan kunnen denken
wat de wetenschap ontdekt heeft
over de vraag waarom ze op die manier vliegen.
Iedere vogel die met zijn vleugels slaat,
creëert daarmee een opwaartse kracht
voor de vogel die onmiddellijk achter hem vliegt.
Mensen die een gezamenlijke richting
met elkaar delen en een gevoel van gemeenschap,
kunnen sneller en gemakkelijker komen
waarheen ze op weg zijn.
Omdat ze reizen met behulp van elkaars stuwkracht.
Als een gans uit de formatie valt,
voelt hij plotseling de remming
en de weerstand bij zijn poging
om alleen te vliegen
en hij gaat snel terug in de formatie,
om weer te profiteren van het hef vermogen
van de vogel voor hem.
Als we net zo slim zijn als een gans,
blijven we in de formatie
met degenen die dezelfde richting als wij opgaan.

 

Als de gans op de kop moe wordt,
neemt hij een plaats in meer naar achteren
en vliegt een andere gans op kop.
Het is verstandig om van beurt te wisselen
als je een veeleisende klus doet.
Net zoals ganzen die naar het zuiden vliegen.
Ganzen gakken vanuit de achterhoede
om degene die op kop gaan aan te moedigen
om op snelheid te blijven
Wat zeggen wij als we van achteruit gakken?

 

Tenslotte:
Als een gans ziek wordt,
of gewond raakt door geweerschoten
en daardoor uit formatie valt,
vallen twee andere ganzen met die gans mee
en volgen hem naar beneden om hulp en bescherming te verlenen.
Ze blijven bij de uitgevallen gans
totdat die weer kan vliegen of tot hij sterft.
Dan pas stijgen ze weer op,
op zichzelf of in een andere formatie,
om zich weer bij de groep te voegen.
Als we het verstand van een gans hebben zullen we elkaar net zo bijstaan.

 

Robert McNeish, 1972


Klik hier voor het Nieuwsbrieven archief.