Mijn motivatie is mijn nieuwsgierigheid. Wie is die ander nu écht?

Laurens is woonhuisleider Rafaelhuis (Breidablick). Hij vindt het lastig te duiden waar zijn belangstelling voor mensen met NAH vandaan komt. “Het heeft iets mysterieus. Zij hebben een hele biografie doorlopen. Dan komt daar die kink in de kabel door ongeluk of aandoening en dan zoek ik als begeleider naar de mens zoals die echt is. 
Die persoon is nog steeds dezelfde, maar ineens is er een ruis op de lijn gekomen waardoor hij of zij helaas erg hulpbehoevend is geworden. Die zoektocht maakt het voor mij zo fascinerend.”

Laurens: “Mensen met NAH willen nog steeds zijn wie ze waren. Het weten van vroeger is nog erg aanwezig. Dat speelt regelmatig op. Als je vraagt: waar wil je wonen, krijg je als antwoord: niet hier, maar thuis waar ik was voordat het mis ging. En dat is tegelijk het trauma, het verlies, de rouw en ook de frustratie waar ze mee te maken hebben.

De een uit dat wat meer dan de ander. Soms wordt de frustratie wel ervaren, maar niet begrepen. De vrouw waar ik mentor van mag zijn bijvoorbeeld, heeft vaak niet in de gaten waar de frustratie die ze beleeft vandaan komt. Dat is ook heel ingewikkeld. Als je dan geduldig ingaat op wat er aan de hand is en ook begrip toont (ik maak ook graag complimenten over wat wél goed gaat), krijg je dat wel boven water.”

Gentle Teaching

Nieuwsgierigheid is een belangrijke drijfveer van waaruit Laurens zijn werk invulling geeft. “Ik probeer altijd in gesprek met de bewoners te achterhalen wat ze willen en waar ze op dat moment zitten. Ik zoek erg naar de persoon die tegenover mij zit. Ik ben nieuwsgierig naar wat diegene beweegt.
Om me te verdiepen in de problematiek heb ik een Gentle Teaching-cursus gevolgd. Momenteel word ik opgeleid als trainer. Die methode – oorspronkelijk ontwikkeld om in contact te komen met dak-en thuislozen in de sloppenwijken in Brazilië – komt er op neer dat je in eerste instantie werkt aan een vertrouwensband en het leren kennen van de ander vanuit wederkerigheid. En dat je elkaar dus volkomen serieus neemt. Je gaat samen een soort levensloop aan, een relatie, ook al is het werkgerelateerd.

In de antroposofische benadering is dat natuurlijk ook zo, maar in Gentle Teaching is het wat compacter neergezet, zou je kunnen zeggen. 
Antroposofie is heel groot en gaat heel diep, maar daardoor is het soms ook wat onoverzichtelijk. Soms is het handig om dingen eruit te halen en groter neer te zetten. En dat doet die Gentle Teaching; het is eigenlijk heel praktisch.
We werken hier bij het Rafaelhuis natuurlijk al een beetje zo. Maar dat is nog erg intuïtief. Ik wil daar verder mee. Merk echt dat het mijn ding is.”

Kun je een voorbeeld van Gentle Teaching noemen?

“De bewoonster waar ik mentor van ben, kan zich ergeren aan het gekeuvel in de groep. Zij is hoog opgeleid en dat gekeuvel kan haar ergeren. Dat kan hoog oplopen. Door Gentle Teaching te hanteren, accepteer je de emotie: ‘Je bent boos, prima, geen probleem, je mag best boos zijn.’ Dan heb je eigenlijk al meteen contact en ebt de boosheid weg: ‘O, ik mag boos zijn, wat fijn.’ 
Zij voelt zich op dat moment erkend en serieus genomen. En daarna kun je in gesprek over wat er gebeurde; dan heb je een ingang. Ik weet nog wel dat ik versteld stond over wat het effect was toen ik dat voor het eerst tegen haar zei. Ik had geen idee dat dat zó aan kon komen.
Belangrijk is dat je geen discussie aangaat. Dan zit je in het intellectuele en dus eigenlijk in iemands zwakke plek. Maar als je gewoon handelt en doet, dan werkt het goed; dan zit je op hetzelfde niveau.”

Zie je jezelf ooit wel eens wat anders doen?
“Nou, nee… Meer verdiepen in wat ik nu doe, dat wel! Een vurige wens van mij is om de verbinding naar de antroposofie te leggen. Die Gentle Teaching lijkt wel antroposofie, maar het mooi om die twee toch meer met elkaar te verbinden. Daar wil ik graag wat in doen. Ik ga nu het signaleringsplan van de vrouw waar ik mentor van ben op de Gentle Teaching manier herschrijven. Zodat je proactiever kunt zijn. Kunt voorgrijpen i.p.v. ingrijpen. In de Gentle Teaching ga je juist het contact aan wanneer iemand rustig is. Daar kweek je vertrouwen mee. Daardoor zal een bewoner – als hij of zij de controle dreigt te verliezen door emotie – jouw natuurlijke gezag makkelijker accepteren.”

Als we nu nog eens teruggaan naar de vraag naar je motivatie…
“Dan is dat vooral mijn nieuwsgierigheid naar wie die mens nu écht is. Ik vind het ook altijd een eer dat bewoners mij accepteren. En dat ze accepteren dat ik hulp kom verlenen.
Ik herinner me nog een eerste ontmoeting met een bewoner op Scorlewald. Dat ik toen dacht: wie ben ik om te vertellen wat hij moet doen? Dat is eigenlijk zo gebleven; die attitude heb ik bewaard.”

Zou je een succesverhaal met ons kunnen delen?
“Dan denk ik meteen aan een vrouw die bij ons kwam wonen. Ze kwam heel zwak binnen, heel timide. Het was winter. Ze had geen jas. Ze kwam rechtstreeks uit het ziekenhuis waar ze was hersteld van een longontsteking die bij ons nog twee keer zou terugkomen. Ze at heel moeilijk.
We hadden toen het idee: we moeten als team om haar heen gaan staan, haar vertrouwen geven en veel liefde. We moeten haar in alles laten blijken dat ze hier welkom is, dat het OK is dat ze hier is, dat ze mag zijn wie ze is. En als je haar nú ziet… Ze heeft praatjes voor tien! Komt voor zichzelf op; heeft kleur in het gezicht, is helemaal tot leven gekomen. Dat hebben we écht als team voor elkaar gekregen!”

Hoe zie je jezelf over tien jaar?
“Ik hoop nog steeds dit werk te doen, ook voor een deel als trainer. En dat ik dan als trainer kan bewerkstelligen dat medewerkers de inhoud eenvoudig kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk van hun werk. Want daar zit vaak een breuk, is ook mijn ervaring met trainingen.”