Pilot Positieve Gezondheid op Rudolf Steiner Zorg

“De bewoner merkt dat hij meer zeggenschap heeft over wat hij wil.”

Mirjam Leijnsen en Gerda Bakker zijn de drijvende krachten achter de pilot Positieve Gezondheid * op twee afdelingen van Rudolf Steiner Zorg.
Mirjam: “Wij hebben samen met de zorgverleners gekeken naar hoe zij communiceren met de bewoners. Hoe krijg je naar boven wat belangrijk is voor de zingeving van de dag. Hoe is de zinvolle dagbesteding gevuld. Past deze bij de zorgvraag van de bewoner. Ben je je hier dagelijks bewust van? Dat draagt immers bij aan het gevoel van welbevinden.

Eigenlijk begin je de dag al met de vraag: wat wilt u doen vandaag? Wat zou u fijn vinden? Nu stapt men vaak naar binnen met het plan hoe je iemand kan verzorgen. Misschien wil iemand wel de krant lezen en die zelf gaan halen en onderweg ergens een kopje koffie gaan drinken. Dat is dan voor diegene een zinvolle dagbesteding. Het hoeven maar kleine dingetjes te zijn.
Toch is daar weinig oog voor, ook omdat men bang is dat het tijd kost.”


Reflectie
“Samen met de zorgverleners hebben we gekeken hoe we hier bewust op kunnen worden. Dit aan de hand van reflectie op je handelen. Hoe vergroot je je eigen talenten uit, wat doe je al en weten je collega’s dat? We hebben rollenspellen gedaan en videoopname’s gemaakt.
Nu hangt er op de afdelingen Berk en de Abeel een grote gouden zon waarop we notitie’s plakken van zulke momenten. Bijvoorbeeld: een bewoner vertelde hoe leuk ze het had gevonden dat een zorgverlener sneeuw mee naar binnen had genomen . Zo kon ieder een een sneeuwpop maken aan tafel. Ze hadden genoten.

Er is een programma met dagactiviteiten die wekelijks terugkeren, deze dragen zeker bij aan het welbevinden, toch willen wij het nog individueler maken en ons bewust worden wat de bewoner dagelijks bezig houdt. Door zo in gesprek en bezig te zijn met de bewoner maak je je eigen werk ook ‘zinvoller’ .
Door wekelijks met de medewerkers hier over in gesprek te zijn, willen we bereiken dat er buiten de lijnen gedacht wordt. Wat is er mogelijk en wat kan er? Daar heb je moed en vertrouwen voor nodig.

Het is een proces wat tijd nodig heeft en daarom blijven Gerda en Mirjam het op de Abeel en Berk nog volgen door in gesprek te blijven over dit onderwerp en door samen met collega’s iets te gaan doen. Bijvoorbeeld: de huiskamer veranderen, zit een ieder wel op een voor haar/zijn fijne plek?
“Tijdens de beeldvormende bewoners bespreking zie je het enthousiasme naar boven borrelen. We zien dat we al veel doen, maar hoe vergroot je dat uit. Deze besprekingen helpen hierbij.
Medewerkers waren enthousiast over hun ervaringen bij het afnemen van het ‘spinnenwebdiagram’ bij een bewoner. Zo zei één van hen: “Ik verzorg deze man al twee jaar en wat ik in dat gesprek van hem hoorde, wist ik echt niet.” Dat ging om een mijnheer die best intimiderend kon zijn en boos. Daar bleek zo’n verdriet over het gemis aan zijn vrouw achter te zitten; hij gaf toen aan gewoon eens een arm om hem heen te willen.
 Wat ook naar voren kwam was dat je als medewerker veel meer mag doen! Dat bij iemand zitten en een spelletje doen ook werk is!”

Wat merkt de bewoner van deze nieuwe benadering?
“De bewoner merkt dat hij meer zeggenschap heeft over wat hij wil en dat hij niet wordt geleefd door de structuur van een organisatie. Als de bewoner klaagt of moppert zie ik dat als een vraag om zijn of haar eigen regie. Ga kijken wat erachter ligt.

Medewerkers zijn positief, maar vinden het nog lastig. Een bewoner kan zeggen: ik wil vandaag in bed blijven. Dat vraagt flexibiliteit en ook ‘op-je-handen-zitten’. We zijn erg doenerig ingesteld.

We hadden laatst een zorgplanbespreking waarbij de familie uitsprak dat ze het zo lief van ons vonden dat we hun moeder elke dag aankleedden, maar dat hun moeder de laatste vijf jaar alleen een nachtpon had aangehad. En waarom we dat dan deden? Wij vertelden toen over dag- en nachtritme en het belang van er verzorgd uitzien, maar zij namen de kleding mee omdat ze vonden dat hun moeder veel gelukkiger was in een nachtpon.
Het is elke keer aftasten voor de begeleiding: doen we iets omdat wíj het belangrijk vinden of omdat de bewoner het belangrijk vindt.”

* Voormalig huisarts en oprichter van het Insitute for Positive Health Machteld Huber ontwikkelde een nieuw concept van gezondheid waarin gezondheid niet langer als afwezigheid van beperking of ziekte wordt gezien, maar als “het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.” Een visie die inmiddels ook door de overheid wordt onderschreven.


Huber deed onderzoek om dit concept verder te ontwikkelen en zij vond dat mensen met ervaring met ziekte vinden dat gezondheid te maken heeft met alle levensgebieden. Die brede visie op gezondheid met zes dimensies noemde Huber Positieve Gezondheid. De mate van Positieve gezondheid wordt zichtbaar gemaakt in het Spinnenwebdiagram. (zie afbeelding)
Het Institute for Positive Health (IPH) is opgericht om de uitwerking van Positieve Gezondheid naar de praktijk en het dagelijks leven te bevorderen en ondersteunen. Zie ook: www.ipositivehealth.com



Vilans (kenniscentrum voor langdurige zorg) brengt dit gedachtegoed in praktijk, samen met acht zorgorganisaties: Omring, Vivium, BrabantZorg, Markenheem, Hilverzorg, IJsselheem Thebe en Raphaëlstichting (Rudolf Steiner Zorg).
Op hun website staat te lezen: “Deze organisaties delen de visie dat dit inspirerende concept medewerkers helpt bij het (methodisch) handelen en dat het cliënten stimuleert na te denken over wat zij nodig hebben om zo normaal mogelijk te leven, welke ondersteuning daar het beste past en welke rol familie en mantelzorgers daarin vervullen. Met deze samenwerking willen we het concept Positieve Gezondheid in de langdurende zorg bevorderen en de deelnemende organisaties ondersteunen bij het verlenen van zorg en ondersteuning vanuit een andere zienswijze.”